Wanneer mensen met elkaar communiceren, zijn ze vaak vooral gericht op het spreken. Maar communiceren bestaat uit twee belangrijke pijlers: spreken en luisteren. De kwaliteit van communiceren gaat snel omhoog als je de nadruk legt op luisteren.
Het komt voor dat je je niet begrepen voelt. Een veelvoorkomende impuls is om het verhaal dan nóg een keer te gaan vertellen, en nog eens. En toch, ervan uitgaande dat je gesprekspartner slim genoeg is om je te begrijpen: stel vragen en krijg antwoord.
Stel vragen
Het stellen van een vraag brengt je van je eigen belevingswereld in die van de ander. En die ander vindt dat maar wat prettig. Je gesprekspartner voelt zich gezien en gehoord. Daardoor waardeert hij de relatie tussen jullie méér en daarmee is het aannemelijk dat hij zich in jóuw standpunten kan vinden. Het op-en-neer-praten zonder dat er geluisterd wordt, leidt tot polarisatie en levert geen aansluiting op.
Ontdek of jullie elkaar begrijpen
Nu dit helder is, voeg ik er de gouden tip aan toe: stel vooral open vragen. Open vragen beginnen met wat, wie, waarom, hoe? Een welgemeende open vraag is jouw grootste teken van belangstelling dat je je gesprekspartner kunt geven. Het informeert werkelijk naar zijn/haar mening en je stelt je open voor respons. Open vragen maken ook al snel duidelijk of jullie elkaar begrijpen. Open vragen leveren begrip op – je hoeft het nog niet eens te zijn, maar je begríjpt de ander in ieder geval- en leggen snel bloot waar de schoen wringt.
Zorg dat je antwoord krijgt
Daarvoor is het wel nodig dat je helder en standvastig bent in het krijgen van een antwoord. Als je een goede open vraag stelt, check dan of je vraag beantwoord wordt. Geeft iemand een (te) lang antwoord waarin je de draad kwijtraakt? Vraag je gesprekpartner dan om het antwoord in één zin nog eens samen te vatten.
Als je veel vragen stelt, heb je de ‘psychologische’ leiding in het gesprek. Jij bepaalt dan waarover gesproken wordt en waar het gesprek heen gaat.